Zorgvuldig omgaan met vertrouwelijke informatie
Bij de Rijksoverheid is het belangrijk dat we goed samenwerken en betrouwbaar zijn...
zodat iedereen op ons kan rekenen.
Daarom moet overheidsinformatie niet alleen juist zijn...
maar ook altijd beschikbaar én makkelijk te vinden.
Daar zorgen we samen voor.
Maar sommige informatie vraagt om extra bescherming.
Bijvoorbeeld omdat het vertrouwelijk is of privacygevoelig.
Bij de Rijksoverheid is eigenlijk maar weinig informatie vertrouwelijk.
Want het uitgangspunt is open en transparant zijn.
Maar natuurlijk zijn er uitzonderingen.
Het Voorschrift Informatiebeveiliging Bijzondere Informatie...
heeft vier categorieën van informatie.
Departementaal Vertrouwelijk.
Staatsgeheim Confidentieel.
Staatsgeheim Geheim.
Staatsgeheim Zeer Geheim.
In de meeste Document Management Systemen kun je informatie hierop rubriceren.
Werken met vertrouwelijke informatie vraagt ook iets van jou.
Dus wees, samen met je collega’s...
bewust van het belang van de informatie waar jullie mee werken.
Zorg ervoor dat het voor de ontvanger van een document duidelijk is...
als de inhoud vertrouwelijk is.
En benoem dit ook in de tekst van een mail.
Als je zelf gerubriceerde of gemerkte informatie krijgt...
vraag de afzender dan of je het mag delen.
Je verwerkt misschien wel vaker persoonsgegevens dan je denkt.
Het is belangrijk om altijd goed na te denken over hoe je daarmee omgaat.
Bewaar de gegevens niet langer dan nodig...
en deel de gegevens alleen als het echt bijdraagt aan het doel waarvoor je ze hebt gekregen.
Vermijd het sturen van gevoelige informatie via e-mail of Whatsapp...
want deze zijn niet altijd even veilig.
Als er toch een datalek plaatsvindt, meld dat dan meteen.
Ook als het maar iets kleins lijkt, kan het grote gevolgen hebben.
En vergeet niet dat elke organisatie zijn eigen regels en procedures heeft.
Zorg ervoor dat je weet welke dat zijn en volg ze altijd.
Als je een risico ziet of er over twijfelt...
spreek je uit en ga er over in gesprek.
Kijk op je eigen intranet om te zien hoe het bij jouw organisatie geregeld is.
En ga ook met je collega’s in gesprek over hoe zij het doen.